Deze aanteekening is bedoeld als een analyse van het door een van ons (Ten Broek) gevonden exemplaar van Ommatostrephes sagittatus (Lam.), waarover een korte mededeeling is verschenen in het Correspondentieblad (12: Juni 1938, p. 77—78). Het exemplaar werd ontdekt aan de vloedlijn, iets ten Noorden van het Wassenaarsche Slag, 7-V-1938. Jammer genoeg werd het exemplaar niet gaaf aangetroffen. De kop met de vangarmen was van de mantel losgescheurd en werd eenige meters verder gevonden dan de rest van het lichaam. Van de kop waren de beide linker laterale armen afgescheurd. Kaken en radula waren eveneens verdwenen, evenals de oogen, welke laatste waarschijnlijk door vogels waren uitgepikt. De twee deelen van de weliswaar versche, doch deerlijk verminkte Cephalopode werden op formaline geconserveerd.