In Juli 1935 werd mij medegedeeld, dat de bekende Oranjekom in het duingebied van de Amsterdamsche Duinwaterleiding, voor de helft der oppervlakte was drooggelegd en zou worden uitgediept. Bij mijn aankomst aldaar, den 16en Juli, vond ik het werk reeds ver gevorderd. De oude bodem van het meertje was verwijderd en daar deze bodem tamelijk diep lag, was het oude duinzand en het oude zeezand, voor zoover nog aanwezig, reeds spoedig weggegraven. Er was een laag blootgelegd welke bestond uit zeer fijn, grijs gekleurd zand, waarin ook klei werd aangetroffen in de vorm van verspreide plaatjes en bolletjes.