Volgens Nekrassow (1929) worden de eieren van deze soort gelegd in de maanden Mei tot Juli, en wel 10—20 per legsel. Germain (1930) geeft als aantal 5—22 op, Hazay (1881) vermeldt 20—30. In mijn aantekeningen betreffende de legsels van een aantal te Utrecht gevonden exemplaren vind ik de volgende gegevens: alle legsels werden gedeponeerd op 10 April 1945.