In het archief van de Geologische Stichting te Haarlem bevinden zich acht boorstaten, samengesteld door Dr. J. F. Steenhuis, van tussen de jaren 1909—1931 te Amersfoort verrichte boringen voor de prise d’eau aldaar. Deze boringen werden uitgevoerd in 1909 tot een diepte van 73.40 m, in 1926 tot 59.50 m, in 1929 de eerste tot 75 m, de tweede tot 81 m, en in 1931 resp. tot 61.50, 51.50, en een tweetal tot 60 m onder het maaiveld. De boorpunten zijn aangetekend op kaartblad 428-Amersfoort van de topografische kaart des Rijks op de schaal 1 : 25000²) onder de nummers 19, 35, 38, 39, 40, 41, 42 en 43. Van welke van de vier in 1931 verrichte boringen een aantal mariene fossiele mollusken, die zich in mijn collectie bevinden, afkomstig zijn, is niet met zekerheid bekend, doch aangezien de uitkomsten der acht boringen niet dan in onbelangrijke bijzonderheden uiteenlopen, is dit van ondergeschikt belang.