Een dezer dagen — het zal tegen 9 uur ’s morgens zijn — werd mijn aandacht plotseling getrokken door een boven een sloot in de lucht bungelende slak. Mijn allereerste vermoeden was, dat het dier, een volwassen exemplaar van Parmarion pupillaris (Humbert), aan een spindraad vast zat, doch naderbij komend kon al dra worden vastgesteld, dat de slak aan het einde van een slijmdraad hing. Gestadig werd de slijmdraad langer en zakte de slak omlaag, daarbij met het vooreinde van het lichaam langzaam heen en weer slingerende bewegingen makend. De slijmdraad was ongeveer 40 cm lang, toen hij afbrak en de slak in de sloot viel. Vermoedelijk werd dit afbreken veroorzaakt door een windstootje, maar het kan best zijn, dat de slijmdraad, die niet veel dikker dan een mm geweest zal zijn, het gewicht van het dier niet langer meer had kunnen dragen ook zonder dat windstootje. Ik zou dit hele geval hebben kunnen fotograferen, als ik mijn toestel bij de hand had gehad. Wel was er een andere ooggetuige aanwezig, n.l. de assistent Moh. Dahlan Siregar, die even geïnteresseerd als ik zelf het merkwaardig gedrag van de slak bleef observeren. Heeft die slak zich welbewust van het takje boven de sloot met behulp van haar slijm laten zakken? Het is haast niet te geloven, tenzij anderen eveneens iets dergelijks bij slakken hebben waargenomen. ¹)