Bij het uitzoeken van oesters, welke waren opgekord op de IJersekese Bank, Bol van Lodijke, perceel 367 zuidzijde, op een diepte van ongeveer 1½ meter onder normaal laag water, vond de Heer M. J. CORNELISSE te IJerseke op 19 December 1951 een levend schelpdier, dat noch hij, noch de vissers aan wie hij het liet zien, ooit eerder uit de Oosterschelde hadden opgehaald. Door het dier op een oesterzift in een binnenput te plaatsen hield hij het in leven. Ik kon het daar op 24 December bezichtigen. Het bleek een jonge Chlamys opercularis te zijn van 2½ tot 3 cm breedte, lichtbruin gekleurd met roodachtige vlekken.