Op grond van nadere gegevens verstrekt door Drs. H. E. COOMANS kon worden vastgesteld, dat de door hem verzamelde exemplaren (het holotype en zes paratypen) van Trigoniocardia panis-sacchari v. R. Altena uit precies dezelfde lagen afkomstig zijn als de overige paratypen, namelijk uit de bovenste lagen (Molengraaff’s ”layer I”) van Sugar Loaf, St. Eustatius.