Voor de bespreking van de eerste twee afleveringen van dit werk verwijs ik naar Basteria vol. 25 blz. 74 (1961). Thans zijn ook de overige afleveringen verschenen, zodat dit voor ons zo belangrijke deel van het „Handbuch” weer volledig verkrijgbaar is. De kwaliteit van deze herdruk is voortreffelijk; de figuren zijn niet achteruit gegaan. De afleveringen 3-6 zijn aan de Mesogastropoda en Neogastropoda (THIELE’S Stenoglossa) gewijd. Bevatten de Archaeogastropoda nog vijf uitgestorven superfamilies (de Tryblidiacea niet meegerekend, zie mijn vorige bespreking), in de Mesogastropoda vindt men nog maar één zo’n groep, die geen recente vertegenwoordigers meer heeft: de Nerineacea (p. 816-831). Deze zijn tot de Jura en het Krijt beperkt, maar bevatten belangrijke gidsfossielen. WENZ plaatst hen voor de Pyramidellacea (THIELE’S Aglossa), maar wijst ook op hun mogelijke verwantschap met de Opisthobranchia. Nu de Pyramidellidae als Opisthobranchia worden beschouwd is er misschien nog meer reden daar ook de Nerineacea toe te rekenen.