In Basteria vol. 15 no. 3 en 4, 1951, werd op p. 49 Glibertia prosperi beschreven door J. VAN DER MEULEN. Als type-lokaliteit werd Ritthem opgegeven. Voor zover mij bekend werd de soort tot op heden nog niet in situ gevonden. Door het dokkanaal voor het zevende havendok van Antwerpen werden in april-juli 1964 waterleidingbuizen gelegd, ± 200 m ten N van het zesde havendok. De gleuf was 21 m diep en reikte net tot Luchtbal. Op de bodem werden op 6 en 14 juni monsters genomen, op 21-21.80 m diepte. Hierin bleek G. prosperi voor te komen en wel 7 exemplaren op ± 1½ kg gruis.