Er is beslist moed voor nodig om een monografie te schrijven over een grote en ingewikkelde familie als de Conidae, en in de 20e eeuw was er tot nu toe geen malacoloog die zich aan een revisie van de kegelslakken waagde. De schrijver is een verzamelaar van Conusschelpen, en zijn verzameling heeft gediend als basis voor zijn boek. Een aantal hem ontbrekende soorten werd afgebeeld naar voorwerpen uit de collectie van het Brits Museum. De titel belooft meer dan de inhoud geeft, want niet alle soorten zijn besproken. Van de recente Conidae, waarvan er ongeveer vijfhonderd bekend zijn, worden er 450 genoemd. Alle soorten worden geacht te behoren tot het genus Conus, hetgeen minder juist, maar voor praktisch gebruik wel handig is. De soorten worden ondergebracht in subgenera, hetgeen te prijzen is. Synoniemen van soorten worden niet genoemd, en dat is jammer, want in de Conidae zijn er heel wat. Het is niet juist dat variëteiten en vormen als soorten worden behandeld, al zegt de schrijver er wel bij dat het een variëteit of vorm van een andere soort is.