Conchologische bewijsvoering dat Mytilus edulis en M. galloprovincialis aparte soorten zijn Een centrale rol bij de bewijsvoering dat Mytilus edulis L. en M. galloprovincialis Lam. afzonderlijke soorten zijn, speelt het monster SW. France 1, dat in de getijdenzone levend verzameld werd op de betonconstructie van de oostelijke pier te Arcachon, ZW. Frankrijk. Uit fig. 3, 4 en 10-12 blijkt dat, wat betreft enkele der vele onderzochte kenmerken, dit monster aanmerkelijk verschilt van de erboven afgebeelde monsters, die kennelijk alle tot M. galloprovincialis behoren. Uit fig. 27 en 29 blijkt duidelijk dat genoemde verschillen veroorzaakt worden door het naast elkaar voorkomen van M. edulis en M. galloprovincialis. Uit fig. 29-31 blijkt voorts dat de formule Laa/H + 1.25 Rin/H = 0,25 een vrij scherpe grens tussen beide vormen aangeeft. Samen met de kleur in doorvallend licht bleek dit het beste kenmerk om de schelpen uit elkaar te houden. Die van M. galloprovincialis missen gewoonlijk de scherp begrensde, tot de schelprand doorlopende blauwe radiale banden op een afwijkend gekleurde ondergrond, en vertonen soms concentrische, tamelijk regelmatige, smalle donkerder kleurbanden. Ook zijn de ventrale delen, vooral bij de punt, vaak duidelijk meer transparant dan de rest van de schelp. De kleur van deze overige delen is vaak anders dan bij M. edulis, donkerder bruin, paarsachtig of violet, en vaak opvallend homogeen; alles, zoals gezegd,. in doorvallend licht. Behoudens de (niet altijd aanwezige) radiale banden is bij M. edulis de doorzichtigheid nogal constant over de gehele schelp. Er bestaan geen kenmerken waarmee elke schelp gedetermineerd kan worden! M. edulis is zeldzaam, of misschien wel geheel afwezig, langs de kusten van Spanje, Portugal, Marokko en de gehele Middellandse Zee. M. galloprovincialis is daar juist wijd verspreid, evenals langs de Atlantische kust van Frankrijk, ZW. Engeland en Ierland. Uit het feit dat M. edulis en M. galloprovincialis blijkens het monster SW. France 1 op zijn minst plaatselijk naast elkaar voorkomen zonder dat merkbare hybridisatie optreedt, moet (in dit geval) de conclusie getrokken worden dat ze niet tot dezelfde soort kunnen behoren.