Tijdens malacologisch onderzoek in het Cantabrisch Gebergte, Spanje, werd door de tweede auteur een nog onbeschreven Helicella soort ontdekt, gekarakteriseerd door kleine harige huisjes met een wijde navel en zonder een opvallend verdikte mondlip. De soort leek aanvankelijk niet alleen in de provincie León voor te komen, maar ook in Palencia en Burgos. Het materiaal uit Palencia bleek evenwel anatomisch sterk van dat uit León en Burgos te verschillen, met name wat betreft het flagellum, dat bij de eerstgenoemde groep niet naar verhouding lang, maar juist zeer kort bleek te zijn. In afwachting van nader onderzoek aan meer materiaal, wordt de naam Helicella mangae uitsluitend gebruikt voor dieren uit de provincie León.