Het vroege overlijden van Dr. Henning Lemche (1904-1977) resulteerde in een grote hoeveelheid onbewerkt materiaal op het gebied van de zeenaaktslakken. Hoewel Lemche pas echt naam gemaakt heeft door de ontdekking van Neopilina, heeft hij eigenlijk zijn gehele leven, maar vooral de laatste vijftien jaar, vrijwel geheel gewijd aan de Nudibranchia van de noordelijke Atlantische Oceaan,. Daartoe bekwaamde hij zich zelfs op zijn 65e jaar tot snorkelen in een duikerspak! Nudibranchia behoren tot de taxonomisch moeilijkste groepen, zodat een proliferatie van namen ontstaan is (zeker op het Noordelijk Halfrond) waar weinigen nog de weg in weten. Dat maakt dat een in alle opzichten fascinerende groep van zeedieren moeilijk toegankelijk is. Door recente boeken van Thompson (1976), Thompson & Brown (1976), Schmekel & Portmann (1982), en Thompson & Brown (1984) is hier gelukkig wat verbetering in gekomen; het dient echter zeer betreurd te worden dat het onderzoek van Lemche niet afgerond werd. Just, Edmunds en Platts zijn hier opgetreden als de wetenschappelijke erfgenamen van Lemche. Uit zijn nalatenschap, bestaand uit waterverfplaten, aantekeningen en museumexemplaren, hebben zij 69 kleurenplaten, tezamen 72 soorten illustrerend, met een begeleidende tekst gepubliceerd. Wat het boek bijzonder waardevol maakt, is de appendix van Mevr. Elizabeth Platts. Deze bestaat uit een geannoteerde critische lijst van Noordatlantische Opisthobranchia (minus Thecosomata en Gymnosomata) met details van de verspreiding van de soorten binnen dat gebied. Het boek ziet er als volgt uit: inleidend materiaal 8 pp., gevolgd door 69 kleurenplaten met commentaar (138 pp.), aangehaalde literatuur (2 ½ pp.), appendix inclusief literatuur (20 ½ pp.). Jammer genoeg ontbreekt een register; wel wordt in de soortenlijst van de appendix verwezen naar de elders in het boek behandelde soorten (echter in systematische en niet in alfabetische volgorde!).