Het museum in Cardiff huisvest de op één na belangrijkste molluskencollectie in het Verenigd Koninkrijk. Deze verzameling, officieel de “Melvill-Tomlin collection”, bestaat voornamelijk uit de laatste werkelijk grote privé molluskencollectie ter wereld, die van J.R. le Brockton Tomlin (1864-1954). Tomlin verkreeg in 1919 de enorme verzameling van J.C. Melvill (1845-1929), die hij invoegde in zijn eigen collectie. Alison Trew, verbonden aan het museum te Cardiff, heeft nu een aantrekkelijk boekje samengesteld over de meer dan 1000 nieuwe namen die Melvill, al of niet in samenwerking met anderen, voorgesteld heeft. Al deze namen zijn vergezeld van de literatuurverwijzing plus gegevens over het typemateriaal. Een deel van dit materiaal wordt niet in Cardiff, maar in ten minste 14 andere instituten (waaronder het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie) bewaard. Het werk van Melvill is vooral belangrijk voor het onderzoek aan de nietmariene mollusken van Zuid-Afrika, de mollusken van de zeeën rond het Arabisch schiereiland, enz. Op p. 9 leest men: “The new species came from all over the world from the Antarctic to the Arctic, from Hawaii, Brazil, Mauritius, Australia, Arabian Sea and the Indo-Pacific islands.” Het boek ziet er als volgt uit: biografie van Melvill, lijst van zijn publicaties, alfabetische lijst van nieuwe namen, gevolgd door een zeer interessante lijst van “Secondary sources of material”. Deze laatste opsomming bestaat uit korte biografische aantekeningen van personen die Melvill materiaal verschaften of anderszins geholpen hebben. Het geheel is verlucht met vijf portretten (Melvill, Burnup, Ponsonby, Standen, Townsend), twee pagina’s van Melvill’s door hemzelf geïllustreerde catalogus en een fotoplaat met acht etiketten en bijbehorende exemplaren.