Eindelijk eens een goede inleiding tot de biogeografie in het Nederlands! De ondertitel luidt „Beschrijving en verklaring van de verspreiding van planten en dieren over de aarde”; Willem Ellis, cen van de entomologen van het Zoologisch Museum te Amsterdam, heeft de moeite genomen zijn colleges biogeografie voor studenten in de biologie in een algemeen begrijpelijke vorm te gieten en als boek aan te bieden. Allereerst wil de recensent verzuchten „Waarom doen niet meer universitaire docenten dit?” — veel van onze collegestof is ook voor een groter publiek interessant en aan oorspronkelijke literatuur in dezc in het Nederlands blijkt steeds weer behoefte te bestaan. Uiteraard is het weinigen van ons gegeven zo’n aardig vak te doceren en hun college zo boeiend op te schrijven. In dit aantrekkelijke boekje wordt in acht hoofdstukken de stof als volgt gepresenteerd: (1) Inleiding, (2) Biogeografie van soorten, (3) Biogeografie van biota’s, (4) Biogeografie van coadaptieve complexen, (5) Biogeografie van verwantschapsgroepen, (6) Historische biogeografie, (7) Oecologische biogeografie, (8) Regionale biogeografie. Dit geheel wordt gevolgd door een literatuurlijstje (erg summier) en een nuttige woordenlijst (verklaring van termen). Het boekje is rijk geïllustreerd met kaarten e.d. meer. Laten we voorop stellen dat het erg moeilijk is een boek rechtvaardig te beoordelen als men zelf zo sterk betrokken is als de recensent, die dit vak eveneens beoefent. Ieder had over een dergelijk onderwerp een ander boekje geschreven; elke aanpak is uiteraard individueel en dus soms sterk verschillend. In een vlotte, een enkele maal iets te populaire, stijl wordt in goeddeels begrijpelijke taal ingegaan op de problematiek van de biogegrafie; de nadruk die de verschillende onderdelen krijgen is uiteraard een kwestie van smaak. Interessant is het principe dat uitgegaan wordt van een gezamenlijke behandeling van dieren- en plantenrijk, wat maar zelden in de literatuur het geval is. Daar zit een gevaarlijk kantje aan; de ene auteur is zoöloog, de andere botanicus, zodat naar gelang de auteur, het ene dan wel het andere rijk beter uit de verf komt. Ellis is zoöloog, zodat de dieren wat meer nadruk krijgen dan de planten, iets waar de recensent (zelf zoöloog) overigens vrede mee heeft. Immers, de voorbeelden ontleend aan het dierenrijk (meestal gewervelde dieren) spreken over het algemeen meer tot een breed publiek dan die uit de plantenwereld.