Na door diverse omstandigheden drie jaar in druk geweest te zijn, verscheen in het afgelopen najaar eindelijk sinds 1888 een nieuw overzicht van de recente mantelschelpen. Ten opzichte van indertijd is deze groep thans opgesplitst in drie families, waarvan er twee in dit boek behandeld worden, de Pectinidae en Propeamussiidae. In totaal worden er door de auteur 295 (onder)soorten Pectinidae en 109 (onder)soorten Propeamussiidae genoemd. Van de eerstgenoemde familie, waarvan de schelpen gemakkelijk te verkrijgen zijn voor de verzamelaar, zijn 202 (onder)soorten afgebeeld, terwijl slechts de 9 meest bekende (onder)soorten zijn afgebeeld van de Propeamussiidae. Het fotowerk voor dit boek werd verzorgd door Van Pel, en is over het algemeen van uitstekende kwaliteit. Omdat de auteur kort na het voltooien van zijn manuscript is overleden, heeft een redactie bestaande uit Coomans, Dijkstra, Moolenbeek en Van Pel, zich ontfermd over Rombouts’ manuscript en geprobeerd dit werk klaar te maken voor publicatie, zonder al te veel de oorspronkelijke opzet geweld aan te doen. Het boek dat dan ook voor mij ligt, weerspiegelt een behandeling van de taxa zoals deze Rombouts voor ogen stond. Het boek is als volgt opgebouwd. Na voorwoord en inleiding geeft de auteur een verklarende woordenlijst van de door hem gebruikte termen en vervolgens worden de Pectinidae- en Propeamussiidae-soorten genoemd, dan wel besproken. De literatuurreferenties waarnaar verwezen is in de tekst, worden daarna gegeven en dan volgt een door de redactie toegevoegde lijst van nieuwe taxa die niet in Rombouts’ oorspronkelijke manuscript voorkomen. Daarna komen de platen; het geheel wordt afgesloten met een register op alle in het boek voorkomende namen.