Iemand die een boek schrijft over de landslakken van Dalsland, de kleinste provincie van Zweden — met 4136 km² een slag kleiner dan de provincie Gelderland — ergens gelegen in het zuidwesten van dat immense land, moet een goede reden hebben. Von Proschwitz heeft die; vele gebieden in Europa zouden deze investering in tijd, moeite en middelen nauwelijks rechtvaardigen vergeleken met dit overgangsgebied tussen de Noord-Scandinavische Boreale regio en de Zuid-Scandinavische regio ( limes norrlandicus). Te meer, daar er bovendien een verschuiving van terreinformaties plaatsvindt met daaraan verbonden vegetatietypen. Hij is niet de eerste die zich voor het gebied interesseerde: geologie, klimaat, vegetatie, vogels, reptielen en amfibieën van Dalsland waren eerder onderwerp van studie. Tot op heden ontbrak eigenlijk nog een groep invertebraten. Dat werden dus de landmollusken. De basis voor zijn studie was zelf verzameld materiaal uit de jaren zeventig en tachtig (422 locaties), het materiaal beschikbaar in de collecties van het Natuurhistorisch Museum in Göteborg (379 locaties) en gegevens uit de literatuur. Van de 73 soorten landmollusken die gevonden zijn in Dalsland zijn er 60 autochthoon. De overige 13 moeten als anthropochore introducés worden beschouwd (waaronder uiteraard Helix pomatia en Cepaea nemoralis). Deze laatste groep wordt overigens niet in extenso behandeld; dat deed Von Proschwitz bij een eerdere gelegenheid. Deze keer geeft hij alleen de verspreidingskaarten. Verspreidingskaarten zijn opgenomen van alle gevonden soorten. Verspreidingsgegevens worden geanalyseerd en gegroepeerd op basis van patroonovereenkomsten. Resultaat: acht verschillende typen patronen en diverse subtypen. Bovendien werden de verspreidingen bestudeerd in relatie tot het totale verspreidingsgebied van de soorten, de verspreiding over het Scandinavisch schiereiland en de ecologie. Verschillende soorten blijken gebonden aan, of in ieder geval opmerkelijk geconcentreerd rond de Dalseries, series sedimentair gesteente, gedeeltelijk rijk aan kalk. Het karakter van Dalsland als grensgebied en de locatie op de rand van de limes norrlandicus vindt duidelijk zijn weerslag in de malacofauna. Voor de volgende acht soorten loopt een deel van de noordgrens van hun verspreidingsgebied door de provincie Dalsland: Spermodea lamellata, Ena obscura, Arion ater, Aegopinella nitidula, Oxychilus cellarius, Macrogastra ventricosa, Balea perversa en Perforatella incarnata. In het geval van andere soorten, waarvan de noordgrens van de verspreiding wat noordelijker dan Dalsland ligt, is het voorkomen nog slechts sporadisch. Zoogenetes harpa bereikt zijn zuidgrens onder meer in Dalsland.