Zo op het oog lijken deze stenen meestal een hoop aaneengekitte schelpscherven, waaruit men hoogstens met veel moeite een mooi dingetje zou kunnen beitelen. Een nadere beschouwing leert echter, dat een aantal dezer stenen boorgaten vertonen, welke bij het open maken tamelijk diepe, met kalk beklede holten blijken te zijn. Deze holten bevatten meestal nog de beide gave kleppen van Gastrochaena dubia (Pennant), terwijl in een aantal gevallen tevens een of meer gave doubletten van Kellia suborbicularis (Montagu) aanwezig zijn. Kleine holten leveren soms Crenella prideauxii (Leach) op.