De Heer E. Batten schreef aan de Heer Boerman naar aanleiding van diens mededeling in C. B. 54, p. 517: „ .... dat ik enkele jaren geleden – 1949 of 1950 – in de zomer te Cadzand ongeveer een vondst heb gedaan zoals U onlangs bij Dishoek: Er lagen daar enkele (3-4) exemplaren van Sepia officinalis op het strand tussen Cadzand-Bad en het haventje. De dieren waren weliswaar niet geheel gaaf meer. Een enkele had grote gaten ter plaatse van het rugschild, maar afgezien daarvan was de conservatietoestand redelijk. Na die zomer heb ik nooit meer iets dergelijks waargenomen. Nu heeft dit wat Cadzand betreft niet zo veel te betekenen, want daar kom ik hoogstens drie maal per jaar. Voor de W.N.W.-kust van Walcheren heeft dit meer betekenis, want die bezoek ik zeer regelmatig. Het strand van Dishoek tot Zoutelande bezoek ik practisch nooit, dus daar kan ik U niets over meedelen.""