Tijdens een reis door de Pyreneeën in 1950 verzamelde ik op enkele punten in de omgeving van Ascain in de Basses-Pyrénées een klein Hydrobia-achtig slakje, dat ik aan de hand van Germain’s Faune de France (1931) niet met zekerheid wist thuis te brengen. Tenslotte meende ik het te moeten rangschikken onder wat Germain noemt Paludestrina acuta Drap. Met enige reserve evenwel, daar Germain het kustgebied van de Middellandse Zee als areaal opgeeft, en daar ligt Ascain een paar honderd kilometer van verwijderd. Onder de naam Potamopyrgus acutus (Drap.) ook zond ik later enkele monstertjes aan medeleden der WMV. Het jaar daarop maakte de Heer Batten een verzamelreis in de Basses-Pyrénées. Niet gering was mijn verwondering, toen hij mij na terugkomst mededeelde Pseudamnicola lanceolata (Paladilhe) gevonden te hebben, en wel bij het dorpje Sarre dat enkele kilometers ten ZO van Ascain ligt. Dit is een kleine, eveneens tot de Bythinellidae behorende soort, die alleen bekend was van haar typelocaliteit bij St Jaen-de-Luz aan de Golf van Biskaje, een uur gaans ten NW van Ascain. Op mijn verzoek stelde de Heer Batten enkele exemplaren van zijn vondst te mijner beschikking. Nog groter was mijn verwondering, toen bleek, dat zijn materiaal volkomen overeenstemde met het mijne. De vraag was nu: welke determinatie is de juiste? De etikettering van de Heer Batten berustte op een determinatie van de Heer G. Cherbonnier, die zijn bevindingen had vastgelegd in een geillustreerd artikeltje, verschenen in het Bulletin du Muséum d'Histoire Naturelle te Parijs (Jrg. 24, 1952). De bestudering van dit artikel overtuigde mij niet. Volgens mij bezaten zowel de exemplaren van de Heer Batten als,die van mij alle kenmerken van het geslacht Potamopyrgus.