In ”Westerheen” (Orgaan van de archeologische Werkgemeenschap voor Westelijk Nederland) van augustus 1963, schrijft de heer P. Vons als volgt: ”Zoals reeds eerder door de heer H.J. Calkoen werd vermeld is bij het afgraven van de jonge duinen te Velsen ten behoeve van enkele uitbreidingen van de Hoogovens, een middeleeuwse woonlaag aangetroffen. Dankzij de gevonden Pingsdorf-, Kogelpotten- en iets later te dateren ceramiek mocht op goede gronden worden verondersteld, dat deze hoge binnenduinen (die dus de middeleeuwse laag bedekken) pas in 1200 of kort daarna moeten zijn ontstaan. De vorming van de jonge duinen is in deze omgeving kennelijk in perioden geschied; tijden van intensieve zandverstuivingen hebben zich met korte stille perioden afgewisseld en het profiel van dezo duinen vertoont dan ook dikke en dunne stuifzandlagen afgewisseld met smalle hunleuze bandjes. Naast deze boven de middeleeuwse woonlaag liggende stuifzandlagen en natuurlijke vegetatiedekken troffen wij, merkwaardigerwijs, op ongeveer 5.60 m + N.A.P. en ca. 3.70 m boven genoemde woonlaag een schelpenlaag aan van ongeveer 10-30 cm dii-cte. aan velen, die het afgravingsgebied bezochten vroegen wij naar een mogelijke verklaring voor de aanwezigheid van een schelpenbank op een zo hoog mogelijk niveau in het jonge duin: een niveau toch waar nimmer de zee de schelpen kan hebben aangevoerd; geologisch leek hiervoor geen verklaring te vinden. Onze gedachten gaan nu uit naar een andere mogelijkheid en wel, dat de mens, in zijn strijd togen de zandverstuivingen, de schelpen heeft aangevoerd om er de kale duintoppen mee te bedekken. Wellicht heeft een boer of tuinder, die bij genoemde duinen zijn gras- of tuinland had liggen, dit middel te baat genomen om zijn land voor onderstuiven te behoeden. Daarop wijst mijns inziens eveneens een onder het duin teruggevonden rechtopstaande rij 18e eeuwse nieuwe afgekeurde dakpannen, die waarschijnlijk ook zijn bedoeld ter bescherming van een ten oosten liggende akker. De vraag, die wij thans zouden willen stellen is deze: Wat is er bekend omtrent de .strijd, die de mens in de loop der eeuwen heeft gevoerd tegen de zandverstuivingen in het duingebied en is het afdeJcken van stuifduinen met een schelpenlaag een reeds bekend middel ?"".