De heer C. Groot (dit C.B. pag. 1150) vond Arca pectunculoides in pleistocene lagen te IJmuiden. Spaink meende ten rechte dat dit schelpje veel ouder is. Wel, in de zee van toen zijn ook wel eens lagen uiteengeslagen en de toen al fossiele schelpjes zijn daarna tussen de ”destijds recente” dieren geraakt. Spaink en anderen zouden hun mening eerst moeten herzien als Groot ”doosjes” van deze Arca had gevonden, geconserveerd in een situatie zoals zij leefden, in intacte, dateerbare lagen. Ook de land- en zoetwaterschelpjes die Groot vond tussen de mariene dieren zijn daar van elders aangevoerd en met de mariene schelpen voor de heer Groot behouden gebleven.