Louis Pieter Pouderoyen kende ik sinds de oprichting der Vereniging, doch ons contact was jaren lang oppervlakkig en beperkte zich tot de gebruikelijke vluchtige gesprekken tijdens vergaderingen en excursies. Eerst toen wij ruim tien jaar later tot enige briefwisseling overgingen, kreeg deze, in zekere zin bijzondere persoonlijkheid voor mij scherpere contouren. Mijn kijk op hem -vond bevestiging; in hetgeen ons medelid Nieuwenhuis mij uit eigen ervaring vertelde en waarvoor ik hem hierbij graag mijn hartelijke dank betuig. De Heer Nieuwenhuis kende Pouderoyen in Rotterdam van nabij. Hij zocht hem vroeger vaak in het middaguur in het museum op en kreeg dan bij stukjes, en beetjes het niet altijd opwekkende levensverhaal van Pouderoyen te horen.