Astronomen weten dat de maan zich in haar maandelijkse omloop geleidelijk steeds verder van de aarde verwijdert als gevolg van de getijdekrachten tussen beide hemellichamen. Algemeen wordt aangenomen dat de snelheid waarnee dit gebeurt in het begin het grootst was en met de toenemende afstand tussen aarde en maan geleidelijk is verminderd. Berekeningen, gebaseerd op waarnemingen van zonsverduisteringen in vroegere tijden, konen nu uit op 5,8 centimeter per jaar. Een simpel schelpdier, dat al zo’n 500 miljoen jaar in de zeeën van de aarde leeft, lijkt er echter op te wijzen dat de naan zich de afgelopen 420 miljoen jaar veel sneller van de aarde is gaan verwijderen.