Zoals al eerder betoogd (CB 163, april 1975), zijn juveniele schelpen van Gibbula umbilicalis (Da Costa 1778) en G. pennanti (Philippi, 1851) duidelijk verschillend. Het onderscheiden van volwassen exemplaren is echter heel wat moeilijker, mede doordat de top van zulke schelpen meestal zo verweerd is dat de juveniele sculptuur onherkenbaar is geworden. Toch is er een juveniel kenmerk waarmee het determineren van volwassen exemplaren vaak nog mogelijk blijkt. Om dat te demonstreren heb ik de in 1975 afgebeelde juveniele exemplaren nogmaals gefotografeerd, maar nu van opzij. Op deze foto's is duidelijk te zien dat de laatste winding van G. pennanti regelmatig gekromd is, die van G. umbilicalis opvallend gekield. Bijgevolg is, zoals de foto’s ook laten zien, de winding vlak boven de sutuur bij G. pennanti bol, bij G. umbilicalis min of meer hol. Bij de latere windingen verdwijnt dit onderscheid, maar ondanks verwering van de top en ondanks een vrij grote variatie van de juveniele schelpen van beide soorten, blijkt op de topwindingen vaak nog net genoeg van het zojuist beschreven verschil zichtbaar om een volwassen schelp met redelijke zekerheid te determineren. Te zamen met het kenmerk van de umbilicus (tamelijk groot bij volwassen G. umbilicalis, tamelijk klein tot afgedekt bij volwassen G. pennanti) is het boven beschreven kenmerk veelal toereikend om beide soorten op bevredigende wijze te scheiden.