De opgraving, waarbij de vondsten werden gedaan, werd vanuit het Rijksmuseum van Oudheden (Leiden) georganiseerd. Naast het verzamelen van aardewerk, (vuur-)steen, bewerkt bot en hout werd er veel aandacht besteed aan de geologie, de flora en de fauna. Het grootste deel van de aangetroffen bewoningsresten dateert uit de Late Steentijd (Vlaardingen Cultuur, 2500-2000 voor Chr.). De woonplaatsen lagen op een smalle oeverwal langs een enige tientallen meters brede geul in het Maasmondgebied. Het geheel is later bedekt geraakt met veen- en kleilagen.