In april 1984 heb ik een vistocht met een kotter op de Noordzee meegemaakt. Op het achterdek van de kotter had een van de bemanningsleden enkele paardemossels gedeponeerd, die een week ervoor waren opgevist uit de Noordzee ten zuiden van Doggersbank. Tijdens het verwijderen van de vleesresten uit een groot doublet (lengte ca 15 cm) ontdekte ik aan de binnenzijde van de linkerklep een rij vastzittende, onregelmatig bolvormige verdikkingen. Van deze zogenaamde blisterparels zijn de eerste nauwelijks en de volgende steeds iets meer verheven. Behalve deze vastzittende blisterparels (ca 8, grootste diameter ca 2 mm) bevond zich tussen de vleesresten ook een losse parel. Deze parel is knopvormig en heeft éen vlakke zijde. Ongeveer in het midden van dit afgeplatte deel is een kleine bruine vlek zichtbaar in de parel, die overigens grijs (parelgrijs?) van kleur is en matglanzend. Mogelijk zit hier de verontreiniging ingesloten, die ervoor gezorgd heeft dat deze parel werd gevormd.