Er zijn mensen die houden van slakken. Ik ben daar één van. Iemand die bijna alles van slakken weet, is een macoloog. Er is dan ook een vereniging van Macologen in Nederland, die zo ongeveer vijftig jaar bestaat. Ter gelegenheid van dit jubileum is er een heruitgave verschenen van de determineertabel voor de landslakken van Nederland. Hierin kan ook een niet-macoloog slakkenamen opzoeken aan de hand van prachtige tekeningen. Maar ik moet u als argeloze liefhebber wel waarschuwen voor dit boek. Twee citaten maken duidelijk wat ik bedoel: 'Vooral bij naaktslakken is een anatomisch onderzoek nogal eens nodig om tot een zekere determinatie te komen. Het dier wordt dan eerst aan de linkerzijde vlak boven de voet over de gehele lengte opengeknipt of gesneden'. En: 'Het is verstandig om bij wijze van oefening te beginnen met een flink aantal dieren van eenzelfde, niet te kleine soort, waarbij het dan niet erg mag zijn als er eens een exemplaar verknoeid wordt'. Hierbij denk ik: moet dat nou nog? Het ruime geweten van de wetenschap wordt plotseling heel wat preutser als het over de zuiverheid van de fauna gaat. ’Theba pisana werd opzettelijk in ons land ingevoerd. Een handelwijze die op geen enkele manier valt te verantwoorden en die wij ook scherp afkeuren’. Het zal u duidelijk zijn dat u rustig proefjes mag doen met Theba pisana. Zij is dus, voor u er iets raars van gaat denken, een slak. Dat scheelt. (FB)