Wij kunnen ons moeilijk voorsteilen, dat zeer algemene en betrekkelijk gemakkelijk te determineren soorten soms gedurende lange tijd niet als zelfstandige soorten herkend en erkend werden. Een voorbeeld is Pisidium subtruncatum. In ons land is deze soort verreweg de algemeenste zoetwatertweekleppige. Weliswaar is dat niet overal in Europa het geval. Niet ver buiten onze Oostgrens, in het heuvelland van Westfalen met zijn vele bronnen en bronbeekjes is personatum onbetwist de algemeenste soort. In het hooggebergte is het casertanum. In Noorwegen daarentegen met zijn tienduizenden meren en moerassen zijn lilljeborgi en obtusale het algemeenst. In Engeland is het weer subtruncatum. Maar overal, van de Noordkaap tot Noord-Afrika, van Ierland Oostwaarts tot voorbij de Oeral, komt subtruncatum voor. Des te meer kan het verwonderen, dat deze soort, na haar publicatie door de Zweed Malm in 1855, nog tientallen jaren onopgemerkt is gebleven buiten de typelocaliteit bij Gothenburg. Vijftien jaar na de verschijning van Malm’s geschrift kwam het belangrijke werk van Carl Kreglinger (1870) over de niet-mariene mollusken van Duitsland van de pers. Geen woord daarin over subtruncatum. Clessin (1884) in te tweede, zeer uitgebreide uitgave van zijn veelgebruikte Deutsche Excursions-Mollusken-Fauna, noemt subtruncatum weliswaar, maar beschouwt hem als zeldzaam. In het samenvattende werk over de Franse zoetwatermollusken van de Fransman A. Locard (1893) komt subtruncatum niet voor. Goldfusz (1900) in zijn fauna van midden-Duitsland noemt subtruncatum een zeldzame soort. In vrijwel alle landen van Europa zijn in de negentiende eeuw Pisidiums verzameld en men kan rustig aannemen, dat subtruncatum in alle collecties aanwezig was zonder dat zij als scherp afgebakende soort herkend werd. De meeste auteurs bleken de vorm wel te kennen, maar zij zagen daarin geen biologische eenheid. Nu eens werd hij bij de ene soort ondergebracht, dan weer bij de andere, in het Westen doorgaans bij henslowanum, in midden-en Oost-Europa vaak bij casertanum.