Moolenbeek (1988) bladerde in oude jaargangen Nature en vond een artikel van Sigurdsson, Titman & Davies (1977) over een verspreidingsmechanisme van jonge postlarvale tweekleppige weekdieren met behulp van byssusdraden (”byssus drifting”). Deze auteurs vonden een lange dunne byssusdraad bij jonge tweekleppigen (tot dan toe bij twintig soorten, waarvan de meeste als adult geen byssus bezitten) en zij vermoedden, dat deze byssusdraad gebruikt wordt om zich te verplaatsen, zoals spinnen dat met een draad door de lucht doen. Dit artikel trok indertijd (en kennelijk nu weer) de aandacht; het was zelfs de reden, dat éën van mijn collegae in de pen klom en ook Nature haalde (De Blok & Tan-Maas, 1977) .