Zoögeografie kan gedefinieerd worden als een onderdeel van de biologie, waarbij het er om gaat (1) de recente en vroegere verspreidingsgebieden van uiteenlopende ”taxa”, diersoorten en andere systematische categorieën (zoals bijv. ondersoorten, families, orden, enz.), vast te stellen, (2) daaruit meer algemene, d.w.z. zich herhalende, patronen en processen af te leiden, (3) theoretische en praktische verklaringen voor de gevonden wetmatigheden en/of daarvan afwijkende waarnemingen op te stellen. Om dit alles mogelijk te maken, is kennis aangaande de systematiek en de ecologie van de betreffende organismen een eerste vereiste. De diersoorten moeten goed herkend kunnen worden en ook hun leefwijze en milieu-eisen moeten redelijk goed bekend zijn; een slecht bekende dlergroep kan voor zoögeografisch onderzoek niet gebruikt worden. Ook geologische gegevens, betreffende de opbouw en de geschiedenis van de aardkorst, zijn van wezenlijk belang.