1991
Eemfossielen uit waterboringen op terschelling II
Publication
Publication
Correspondentieblad NMV , Volume 260 - Issue 1 p. 828- 841
Na de publikatie van de eerste lijst in het CB nr. 163 in 1975 zijn er op Terschelling weer 14 boringen voor waterbronnen geweest die vrij veel Eemfossielen opleverden. Twee ervan waren grote zuigboringen met een boordiameter van 50 cm, tot een diepte van 51 en 52 m, resp. in Hoorn en Midsland. Naar verhouding is hier weinig uitgekomen, omdat alle materiaal op een grote hoop door elkaar lag. De overige waren 'kleine' spuitboringen (zie later). Eén bij Hlafweg tot 45 meter, drie in Formerum tot 48, 30 en 48 m, drie in Lies tot 36, 48 en 33 m, vier in en bij Hoorn tot 36, 30, 30 en 33 m en één in Oosterend tot 26 meter. De Eemafzettingen liggen hier zo tussen de 24 en 36 m onder maaiveld. Waarschijnlijk door de gevolgde boormethode was het voornamelijk klein spul wat er mee naar boven kwam: veel fragmenten van grotere schelpen, hele en bwschadigde kleinere soorten en een verrassend groot aantal gave of nauwelijks afgesleten juveniele schelpen, soms met wat kleur er nog op.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Correspondentieblad NMV | |
| CC BY-NC 4.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel") | |
| Organisation | Nederlandse Malacologische Vereniging |
|
G. Doeksen. (1991). Eemfossielen uit waterboringen op terschelling II. Correspondentieblad NMV, 260(1), 828–841. |
|