Verslag van de excursie in de omgeving van Geldermalsen, op zaterdag 26 september 1992

Motregen geniet over het algemeen de voorkeur, maar ditmaal zat het wat tegen. Een warme herfstzon en een stralend blauwe hemel zorgden voor aangenaam wandelweer, maar of de slakken dat ook vonden, zou nog moeten blijken. Een kleine groep liefhebbers verzamelde zich voor het station van Geldermalsen en na een kop koffie bij de lokale uitbater reden een viertal auto's naar de eerste verzamelplaats, ietwat ten westen van Geldermalsen. De weg van Tricht naar Beesd loopt over de noordelijke Linge-dijk en is deels gegarneerd met kersebomen en deels met knotwilgen. Deze knotwilgen huizen Clausilia dubia obsoleta, een soort die in Nederland strict aan de rivieren gebonden is en als moeilijk te vinden te boek staat. Van eerdere tochten (mondelingen mededeling A.J. de Winter) is bekend, dat deze soort hier niet in de uiterwaarden voorkomt. De knotwilgen met C. dubia obsoleta, en ook Balea perversa, staan hier duidelijk binnendijks. Het donkere bosje met veel boomvarens, mos en droog hout, doet hier haast tropisch aan. Ondanks het mooie weer bleek bijna iedereen het beest te kunnen vinden. Te voren was afgesproken dat een ieder van dit, naar Nederlandse begrippen steeds zeldzamer wordende dier slechts twee exemplaren zou meenemen!