Vijftig jaar Pteropoden kijken – van vergrootglas tot CD-ROM

Met enkele dia’s liet Van der Spoel zien hoe het toeval hem in de malacologie bracht en hoe zijn technische uitrusting zich ontwikkelde van een potje OI-inkt tot de computer. Door toeval werden tijdens een walvisexpeditie enkele Pteropoden gevangen waarvan er één in een toen nog onbekend ontwikkelingsstadium was. Deze tocht met het fabrieksschip Willem Barendsz in 1959-1960 werd gevolgd door vijf tochten met het Nederlandse ondrzoekingsschip Tydeman in de jaren 1979-1983. Alle gegevens van deze expedities en veel materiaal van de Dana-expedities en Siboga-Expedities leverden, naast de oplossing van het voortplantingsprobleem van Clio, data op welke te veel waren om te overzien. Deze overvloed aan data en het gebrek aan taxonomen en taxonomische kennis in de derdewereld, werden door de spreker in de jaren tachtig met UNESCO besproken en resulteerden in de ontwikkeling van een computersysteem waarvan ter vergadering een demonstratie werd gegeven. Het systeem, Linnaeus II geheten, is ontwikkeld door het Expertise-centrum voor Taxonomische Identificatie (ETI) om per soort alle taxonomische, ecologische en biogeografische gegevens als tekst, beeld, film of geluid op te slaan, en daarmee de soorten te kunnen determineren.