De melding van een otterschelp ( Lutraria lutraria) door De Winter (1995) bracht bij mij een aantal eigen vondsten in herinnering. In mijn schooljongens-jaren, vanaf 1963, zocht ik in de zomermaanden actief op Terschelling schelpen. Al die jaren werden slechts, vrijwel altijd beschadigde, otterschelpen met een fossiel uiterlijk gevonden. Groot was de verrassing toen in de zomer van 1977 mijn neef J.J. Quak een fragment van een otterschelp met opperhuid opraapte op de Bosplaat.