Zoals ook aangegeven in het artikel van De Bruyne et al. (1997) neemt in Nederland gelukkig de belangstelling voor de eigen molluskenfauna weer toe. Als alles verloopt zoals gepland, zal binnenkort (mogelijk reeds in 1998) vanuit het ANM worden begonnen met een landelijke inventarisatie van Nederland op land- zoetwater en zeemollusken. Dit is uiteraard een enorme klus. Het is dan ook verheugend dat diverse mensen op de bij Cb 297. verstuurde enquête hebben gereageerd en gegevens/hulp hebben aangeboden. Vooruitlopend op de landelijke inventarisatie zijn in 1997 door een aantal nauw bij het project betrokkenen, reeds een aantal (zeer) gerichte excursies uitgevoerd, onder andere bedoeld om het voorkomen te bevestigen van een aantal 'bijzondere' Nederlandse molluskensoorten (zogenaamde 'update-inventarisaties/excursies'). Gezien het belang voor de Nederlandse malacologie en faunistiek, is daarvoor financiële ondersteuning aangevraagd bij, en verleend door, het fonds van de STIchting tot BEhartiging van de belangen van de MAlacologie in Nederland (STIBEMAN). (Het betreft een gedeeltelijke bijdrage in de reiskosten.) Hoewel de resultaten uiteraard worden verwerkt in de geplande 'Mollusken-verspreidingsatlas'), zullen verslagen van de excursies ook in het Cb verschijnen. Het voorliggende verslag vormt dan ook het eerste in een reeks van 'Verslagen van excursies in het kader van het Atlasproject Nederlandse Mollusken'.