Hier bleek het te gaan om materiaal dat door toedoen van wier’vissers’ op de betreffende plaats terecht was gekomen. De vissers verzamelen het wier ergens in het litoraal, spreiden het (zeer) tijdelijk op een zeer zonnige plaats uit, onder meer om het overtollige ’spul’ -prachtige schelpen!- er uit te laten vallen. Daarna wordt het wier weggehaald voor gebruik in (onder meer) de farmaceutische industrie of gewoon als meststof op akkers.