Als de pan met gekookte mosselen op tafel staat en het smullen begint, dan tref je nogal eens tussen de mosselen en soms in een mossel een, meestal lichtgekleurd, erwtengroot, bolvormig krabbetje aan dat luistert naar de naam Pinnotheres pisum. Dit erwtenkrabbetje leeft als commensaal in de mossel, maar doet geen schade aan de gastheer en maakt deze ook niet giftig of oneetbaar. Alle vertegenwoordigers van het genus leven voor zover bekend in een specifieke tweekleppige, solitair of als stel van twee. De diverse gastheer-soorten behoeven niet onderling nauw verwant te zijn (bijvoorbeeld Mytilus, Pinna, Tridacna). Volgens ons medelid Holthuis van het NNM te Leiden, specialist op het gebied van Crustacea, die mij nuttige informatie verstrekte, waarvoor dank, heeft Aristoteles reeds van de situatie bij Pinna gewag gemaakt. Holthuis was het met mij eens dat er nog wat duistere punten zijn. In een bepaald planktonisch ontwikkelings-stadium van de krab kan een schelpdier door het opzuigen van zeewater ’besmet’ geraken en uit het instromende water kan het krabbetje ook zijn kostje ophalen. De voortplanting lijkt verzorgd als er twee exemplaren (en dan wel van gescheiden geslacht) in een gastheer verblijven. ’Ons’ erwtenkrabbetje is in de Westeuropese kustwateren bepaald niet zeldzaam en plant zich blijkbaar goed voort. In de loop der tijd heeft Pinnotheres een ruim verspreidingsgebied verkregen en heeft het daarbij ook nieuwe gastheren verworven. Onze kennis is nog ontoereikend om alles te kunnen verklaren, maar wat nu reeds bekend is over Pinnotheres is al interessant genoeg.