Het nut van (liefst wetenschappelijk beheerde) museumcollecties van Mollusca is een erkend feit. Hoe is het echter gesteld met privé-collecties? De oudste waren, meen ik, wel de zogenaamde rariteitenkabinetten van gegoede burgers en enkele adellijke en zelfs vorstelijke personen. De drijfveren waren veelal de esthetische waarde alsmede de betekenis als statussymbool, kortom iets om elkaar de loef mee af te steken. Er begon eind 17de en begin 18de eeuw een handel in exotische sierschelpen en er ontstond een jacht op soms hooggeprijsde zeldzaamheden. Afbeeldingen en beschrijvingen van weekdieren in boeken uit die tijd zijn althans ten dele vervaardigd aan de hand van exemplaren uit zulke privé-verzamelingen, waardoor deze tot op heden van wetenschappelijk nut zijn geweest. Over het lot van dergelijke collecties is mij niets met zekerheid bekend, maar ik kan mij vergissen. Van de in de regenten-tijd in zwang zijnde meubelstukken, kisten en dergelijken met schelpenversiering is weinig over, maar zulke voorwerpen hadden geen wetenschappelijke betekenis.