2000
Huisjesslakken in tuinen
Publication
Publication
Correspondentieblad NMV , Volume 317 - Issue 1 p. 149- 149
Dit stukje gaat over de situatie in Noord-Holland, maar elders in Nederland zal het wel niet veel anders zijn. In een niet al te opgeruimde tuin met een schaduwhoek en enige vochtigheid, die niet te ver afligt van een bos, struweel of beplanting of grenst aan een andere tuin, treft men naast de schadelijke cultuurvolger Helix aspersa (de segrijnslak) niet zelden enkele exemplaren van Cepaea nemoralis en bij voldoende vochtigheid ook van Arianta arbustorum aan. Mogelijkerwijs kan in bepaalde delen van ons land (ook) C. hortensis in tuinen binnendringen. Voor zover ik kan nagaan richten deze huisjesslakken, met uitzondering van de zeer vraatzuchtige segrijnslak, nauwelijks schade aan het gewas aan. Ik beveel dan ook aan hen (behalve de laatste uiteraard) niet te verdelgen – een teveel kan altijd worden teruggebracht naar de plaats waar zij vermoedelijk vandaan kwamen. Er is nog een andere reden waarom ik aanbeveel Cepaea en Arianta te sparen. Als er zanglijsters in uw tuin komen of in de buurt rondhangen ruimen zij de huisjesslakken op (ook niet te forse segrijnslakken), want die staan op hun menu. De lijsters pikken de slakkenhuizen stuk op een harde ondergrond (terrasje, stoeprand, steen, boomwortel etcetera) ten einde de inhoud te kunnen verorberen. Het is leuk om het getik te horen in het besef de vogelstand te bevorderen.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Correspondentieblad NMV | |
| CC BY-NC 4.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel") | |
| Organisation | Nederlandse Malacologische Vereniging |
|
A.D.J. Meeuse. (2000). Huisjesslakken in tuinen. Correspondentieblad NMV, 317(1), 149–149. |
|