Iedereen die van vogels houdt, heeft doorgaans één of meer favoriete soorten. Dat kan de tropisch gekleurde IJsvogel zijn, een behendige jager als de Boomvalk, een geheimzinnige nachtvlieger als de Nachtzwaluw of een simpele zwartrok zoals de Kauw. Voor mij is de absolute favoriet de Klapekster. Als twaalfjarige kreeg ik mijn eerste vogelboek: ‘Zien is kennen’. Ik bladerde regelmatig in dit boek, om steeds weer uit te komen bij de bladzijden met Grauwe Klauwier en Klapekster. Op de platen van Rein Stuurman staat de Grauwe Klauwier afgebeeld met een gespietste meikever en de Klapekster met een hagedis in de snavel en een aardhommel op een doorn. Vooral de plaat van de Klapekster met hagedis fascineerde me enorm. Ik heb lang gehoopt zoiets met eigen ogen te zien, maar ik moest bijna vijftig jaar wachten voordat ik dit meemaakte. Na een periode met slecht weer was het 15 februari 2007 opeens stralend weer. Mijn vrouw stelde voor om te kijken of er al een hagedis wakker was op één van de Gooise heidevelden. Daar heeft zij een route voor de monitoring van reptielen. Vanwege de kans ook een Klapekster te kunnen zien, kozen we de Tafelbergheide bij Blaricum. Hier heeft jaarlijks een Klapekster zijn winterterritorium. Al spoedig zagen we de Klapekster, maar nergens viel een hagedis te bespeuren. Op een gegeven ogenblik stonden we te kijken naar het bidden van de Klapekster, die opeens de hei indook. Al snel kwam hij omhoog met een levendbarende hagedis in de snavel, waarmee hij naar een struik vloog. Helaas werd de prooi later buiten ons zichtveld gegeten of gespietst. Waarschijnlijk zullen de meeste lezers van het Vogeljaar de Klapekster kennen van een vogeltocht in het winterseizoen als een kenmerkend silhouet in de top van boom of struik. Ook zal bekend zijn dat de Klapekster tot de klauwieren behoort, een familie uit de zangvogels, die bekend staat om het feit dat prooien als voedselvoorraad ergens worden ‘opgeprikt’. In dit artikel wordt nader ingegaan op enkele facetten van het leven en gedrag van deze roofvogelachtige verschijning en de verschillen en overeenkomsten met ‘echte’ roofvogels. Tot slot volgt een uittreksel uit de waarnemingen die ik vanaf 2006 gedaan heb. Waar ‘ik’ geschreven staat gaat het in de regel om mijn vrouw en mij, omdat ook zij meestal deelnam aan het zoeken naar prooien.