Ruud Costers telt al jaren regelmatig vogels langs delen van de Noord-Hollandse kust. Door ingrepen en werkzaamheden in het kader van kustbescherming gaan daar grote delen van verloren als foerageergebied voor sommige vogels. Anders dan zijn Nederlandse naam doet vermoeden lijkt de Paarse Strandloper Calidris maritima alleen paars bij een bepaalde lichtval. Toch is hij eenvoudig te herkennen. Het is de enige kleine donkere strandloper met okergele snavelbasis en poten. Dit vogeltje zoekt zijn voedsel op rotsen dicht bij de waterlijn van zoute wateren. Zijn gewicht is slechts 64 g. In ons land zijn kunstmatige stenige bodems, zoals pieren en basaltdijken, een volwaardig alternatief. Daar vindt hij kleine kreeftachtigen, mossels, slakken en insecten die zich in zeewier ophouden. In 1997 werd de populatie als stabiel beschouwd. Naar schatting 50.500 exemplaren maken gebruik van de Oost-Atlantische trekbaan. Met slechts zeven locaties heeft de Paarse Strandloper de meest beperkte verspreiding van alle Nederlandse vogelsoorten. De belangrijkste locatie is Vlieland. In Noord-Holland zijn de Helderse zeewering, de Hondsbossche en Pettemer Zeewering (hierna Zeewering genoemd) en de IJmuider zeepieren de drie bekende bolwerken. Vanaf 2015 zijn er nog maar twee over.

, , , ,
Het Vogeljaar

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Stichting Het Vogeljaar

H.R. Costers. (2016). Hondsbossche Zeewering en Paarse Strandloper: Zand erover. Het Vogeljaar, 64(2), 84–91.