Door het ouder worden van bossen en het laten staan en liggen van dood hout zou de kwaliteit van bossen voor fauna vooruit moeten gaan. Uitbreiding van middelste bonte specht en boomklever wijzen hier ook op. Toch zijn op veel plekken problemen te zien, zoals eikensterfte, kalkgebrek bij mezen en een achteruitgang van bosvogels als sperwer, havik, wielewaal, kuifmees en zwarte mees. Met het dode hout kraakt de leefgemeenschap van het bos. Hoewel er geen gedetailleerd overzicht van alle oorzaken voor al deze populatietrends is, hebben zich onder invloed van verzuring en vermesting wel veranderingen voltrokken in de voedselkwaliteit die funest zijn voor sommige soorten, terwijl andere soorten er geen last van ondervinden. Om dit te begrijpen moeten we ons verdiepen in de voedingsbehoeften en fysiologie van dieren. Aan de hand van 25 jaar onderzoek naar het mislukken van sperwereieren en de daaraan gekoppelde effecten van verzuring en vermesting op voedselkwaliteit probeer ik de complexiteit te laten zien van het begrip voedselkwaliteit en uit te leggen waarom aantasting van voedselkwaliteit anders uitpakt voor verschillende diergroepen in bosecosystemen.

, , , ,
De Levende Natuur

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

De Levende Natuur

A.B. van den Burg. (2018). Hoe voedzaam is het voedsel in onze bossen?. De Levende Natuur, 119(5), 216–219.