In verschillende perioden zijn diverse tufstenen uit de Eifel in Nederland ingevoerd om te dienen als bouwmateriaal: de zogenaamde Römer tuf, in de Romeinse tijd en in de periode van Romaanse architectuur in de Middeleeuwen, Weiberner tuf, in de late Middeleeuwen en opnieuw vanaf halverwege de 19e eeuw en Ettringer tuf, eveneens vanaf halverwege de 19e eeuw. Tezamen vormen ze een niet onaanzienlijk deel van de bouwmassa in Nederlandse monumenten: Een succesverhaal voor een steen die erg poreus en niet al te sterk is.