Een zomerse namiddag in Funchal, Madeira. Ik doorkruis het centrum van de stad op zoek naar een kantoorboekwinkeltje om een notitieboekje te kopen, waarin ik mijn recente belevenissen kan vastleggen. Om me heen gebeurt er van alles. Een centrum van activiteiten. Een centrum van toerisme. Mobiele telefoon en creditcard zijn hier duidelijk niet onontdekt gebleven. Ik baan mezelf er een weg door, ondertussen elke etalage nauwkeurig verkennend. Honderden mensen passeren mij, en vaak verbaas ik me over hun uiterlijk. Het lijkt wel alsof iedereen op weg is naar een feestje; haartjes gekamd, kleertjes spik-span en een glimlach op het gelaat. Een Monarch fladdert onverstoorbaar boven de menigte. Ik sjok rustig verder. Het valt me op, dat iemand de radio luider zet, als Shaggy voorbij komt met zijn ‘My angel’, en ik vraag me af of deze artiest de vrouwen voor zijn videoclip in Funchal gevonden heeft. Een jong stel staat heftig zoenend op de boulevard. Romantiek zit in de lucht vandaag. Ik besluit om mijn zoektocht te staken. Babykleertjes, horloges en nagellak in alle kleuren. Maar een notitieboekje, ho maar... Er zit niets anders op dan mijn inspiratie nog wat langer vast te houden. Maar welk avontuur wilde ik eigenlijk op papier zetten? Mijn vingertoppen scheren door het zoute water, als ik vanuit het kleine speedbootje nog één keer omkijk. Ilhéu de Farol – een steile klif in zee – wordt langzaam kleiner. Ik verlang naar een douche en een maaltijd. In gedachte beleef ik de afgelopen twee dagen opnieuw. Ditmaal in sneltreinvaart. Afgaande op de dromerige blik in zijn ogen, doet Magnus hetzelfde. ”Ik heb zin in koffie!” zegt hij.