Het is 1 januari 1991. Eigenlijk moet ik nu mijn eerste vogelsoorten van het nieuwe jaar gaan turven. In plaats daarvan luister ik naar het Nieuwjaarsconcert en heb ik een dik beleidsplan van de gemeente Haarlemmermeer over de groenstructuur tot 1995 ter hand genomen. Corrie de Wolff, lid te Vijfhuizen, heeft me erop gewezen dat de termijn om een reactie op het plan te sturen 8 januari sluit. Dus eerst maar eens lezen. De Haarlemmermeer wordt in het plan in 4 blokken verdeeld: de Schiphol-zone, de Groene Erf-zone, een verstedelijkingszone en een agrarische zone in het zuiden van de polder. De Groene Erfzone in het NW van de polder is als open ruimte richting Spaarnwoude van belang. Dit ondersteunt de VWG dan ook. Er zit echter een adder onder het gras: Schiphol. Een gedraaide vierde baan of een nieuwe vijfde baan gaat rechtstreeks de Groene Erf-zone in, zodat er per saldo weinig van een Groene Erf-zone over zal blijven. Aan enige groenontwikkeling in het resterende deel van deze zone wordt geen aandacht geschonken. De VWG pleit dan ook voor natuurontwikkeling in het resterende deel van de Groene Erf-zone in de vorm van breokbosjes en rietlandschap, als een betere overgang richting het recreatiegebied Spaarnwoude. Het antwoord van de gemeente (dd. 15 februari) hierop is, dat men dit punt wil inbrengen in de Milieu Effect Rapportage (MER) van het Plan van Aanpak van Schiphol (dan hoeft de gemeente dit niet te betalen).
Additional Metadata | |
---|---|
Fitis | |
CC BY-NC 4.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel") | |
Organisation | Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland |
Coen Looij. (1991). Natuurbeschermingscommissie. Fitis, 27(2), 71–72. |