Op afgelegen eilanden ontwikkelen dieren zich anders. Dit heeft alles te maken met de uitzonderlijke condities op eilanden. De specifieke geologische en klimatologische kenmerken van eilanden verklaren hoe de soorten zich ontwikkelen. De soort die zich het best aanpast aan de omgeving, heeft de beste overlevingskansen. Zo kennen we op verschillende eilanden dwergolifanten, dwergnijlpaarden, reuzenratten en reuzenegels. Op het eiland Flores is zelfs een minimens gevonden. Dit rijk geïllustreerde boek laat op een begrijpelijke manier zien hoe nieuwe varianten of zelfs nieuwe soorten op eilanden ontstaan. Bij het oppakken en openslaan van dit boek is de eerste indruk zeer positief. Het boek heeft een harde kaft en een prettig formaat. De kleurrijke vormgeving en uitstraling met veel illustraties en foto’s, zorgen ervoor dat je het boek helemaal door wilt bladeren. De inhoudelijke opzet wordt dan ook al snel duidelijk. De auteurs beginnen met een korte geschiedenis van de eilandstudies en een beschrijving van eilandfauna’s en hun herkomst. Vervolgens komen alle eilanden aan bod, in hoofdstukken verdeeld in drie grote groepen. Zo lees je eerst over de eilanden van de Middellandse Zee, dan de Soendaeilanden in Indonesië en de Fillippijnen en dan de overige eilanden, waaronder die bij Japan, Amerika en Afrika vallen. Tot slot wordt nog iets diepere ingegaan op de evolutionaire trends bij eilandfauna. Waarom enkele eilanden als subtitel van dit boek genoemd worden is mij niet duidelijk geworden.