Het plotseling moeten afscheid nemen van een vriend, met wie men zich verbonden weet, is op zich zelf al verdrietig. Het wordt nog moeilijker, wanneer er nog zoveel is, dat men met hem zou willen bespreken, willen vragen of overleggen, wanneer er van hem nog veel mocht worden verwacht. Zo is van onze kant gezien, helaas, het afscheid van Van Koersveld geweest. De verslagenheid moet evenwel plaats maken voor dankbaarheid, zodra wij ertoe komen niet te blijven stilstaan bij datgene wat wij in hem missen, maar bedenken wat hij aan ons de jaren dat hij bij ons was, heeft gegeven.