We moeten teruggaan tot 1959, toen de ooievaars voor de laatste keer poogden zich op het nest bij Mannus de Boer de Nunspeet te vestigen. Helaas mislukte die poging. Sindsdien bleven de ooievaars als plaatselijke broedvogels weg, hoewel het nest werd vernieuwd en ingericht volgens de vermoedelijk voor ooievaars geldende normen. In het najaar van 1968 verschenen nog twee op trek zijnde exemplaren, die niet eens zo ver van Mannus’ nest neerstreken en er zich enkele dagen ophielden. Dat was vrijwel het gehele ooievaarsgebeuren van de laatste jaren. Helaas is het eveneens kenmerkend voor de gehele huidige Nederlandse broedpopulatie. Op 7 september vond er te Kierden, een plaatsje gelegen tussen Nunspeet en Harderwijk, een bescheiden invasie van ooievaars plaats. Bescheiden in aantal weliswaar, maar het ten opzichte van de ooievaarsschaarste toch nogal opzienbarende aantal van negen exemplaren. Ze nestelden zich ’s avonds te 7.00 uur op de daken rond de Zomerweg en begaven zich de volgende ochtend bij het krieken van de dag naar de weilanden. De „onderbuurlui” namen waar, dat de nieuwe dag door de ooievaars werd begroet met geklepper.