Een week in Sleeswijk-Holstein bij de zeearenden is een belevenis. De grootsheid van het beukenbos in de nabijheid van een groot meer en de ongerepte natuur, die het woongebied van de arenden vormt, oefent op ons moderne en gejaagde mensen een rustgevende invloed uit. Wij kunnen dan ook een ieder, die zich één a twee weken vrij kan maken, aanbevelen dit ook eens te ondernemen. Het is niet zo, dat de stilte je overvalt, want stil is het in deze windrijke omgeving niet. Heel het etmaal ruist en kraakt het bos, zoiets als ’de eeuwig zingende bossen’. ’s Avonds als het damwild naar het meer trekt om te drinken en op de aan het bos grenzende akkers te laveien, is het een levendige bedoening. Dit gebied waarin wij onze post hadden betrokken maakte deel uit van landgoed ’Rohlstorf’, eigendom van de heer Von Stumm. Het is ca. 700 ha groot, waarvan 260 ha bos. In een ongeveer 120 jaar oude beuk in de bosrand langs het meer bevindt zich het nest van de zeearend. Dit nest wordt elk jaar door de arenden gerestaureerd, wat meestal betekent, dat het groter wordt en nu een doorsnede heeft van ca. 2 meter. Naast de zogenaamde borstboom hebben de arenden een aantal vaste slaapbomen, die zo gekozen zijn, dat een goed uitzicht mogelijk is. Verder zit de arend ook graag op de grond. In het nest, dat wij bewaakten, zat één jong. Dit was het enige jong van de drie nesten, die hier in Sleeswijk-Holstein voorkomen. Regelmatig zagen wij de oude vogels op en boven het nest. Wanneer prooi gebracht was, konden we waarnemen dat het jong er van at. Waaruit het voedsel bestond konden we helaas niet zien, daar de bomen al behoorlijk in blad stonden. Wel konden we het jong goed observeren bij zijn dagelijkse vliegoefeningen op de rand van het nest. Eén van de oude vogels werd een keer boven het meer aangevallen door een troep kraaien, toen hij met prooi naar de horst terugkeerde. Het gelukte een bijzonder brutale rakker de arend dermate te irriteren dat hij zijn prooi in het meer liet vallen.